Wanneer je je verdiept in Fytotherapie (kruidengeneeskunde) gaat er een wereld voor je open. De fytotherapie is gebaseerd op een schat aan kennis en ervaring die wortelt in een heel ver verleden. De mens begon planten te gebruiken door observatie van de dieren die zij om zich heen zagen, door gebruik te maken van het intuïtieve en instinctieve gedrag van deze dieren. Ook bij onze hedendaagse, gedomesticeerde paarden is het oerinstinct qua kennis van planten en struiken nog steeds aanwezig. De hedendaagse Fytotherapie kan helpen ter ondersteuning of ter genezing van kwalen bij paarden. Ook zien we tegenwoordig steeds meer dat paardeneigenaren een pluktuin aanleggen voor hun paarden. Wat kan je hier nou inzetten? Dit keer Anijs.
Anijs - Pimpinella anisum
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor inwendig gebruik van Anijs zijn:
Spijsverteringsstelsel
- Darmgas verdrijvend
- Kramp opheffend
- Eetlustopwekkend
- Spijsvertering bevorderend
- Ontsmetten van het darmkanaal
- Bevordert de maagdarm werking
Luchtwegen
- Kramp opheffend
- Verzachtend
- Remt de hoest
- Antibacterieel
- Slijmoplossend
- Slijm losmakend
Voor merries
- Bevordert de melkproductie
- Geeft een lekker aroma aan de moedermelk
Geschiedenis van de plant
Deze plant was al bekend en veel gebruikt in het oude Rome en het oude Griekenland. Al in geschriften van 1550 voor Christus wordt er melding van gemaakt. In de Oudheid was anijs een bestanddeel van het wondermiddel Theriak dat volgens Plinius hielp bij alle mogelijke problemen van lijf en leden. De romeinse militaire arts noemt Anisum in zijn Materia medica een bijzonder goed hulpmiddel. De oorsprong van de naam Pimpinella is niet duidelijk. De Italiaanse arts Benedictus Crispus gebruikt deze naam voor het eerst in de 7e eeuw maar de naam werd gebruikt voor verschillende soorten. Doorheen de jaren bleef Anisum een geliefd kruid. Het werd en wordt bijvoorbeeld altijd gebruikt voor het op smaak brengen van dranken zoals anisette en pastis in Frankrijk, ouzo in Griekenland en raki in Turkije.
Eigenschappen
Een eenjarige plant. Het heeft niervormige fijne bladeren onderaan de stengel. Hogerop worden de bladeren fijner en kleiner. De plant wordt tot 60 cm hoog. De stengel is rond en geribbeld en splitst zich bovenaan in kleinere stengels met daarbovenop schermen witte bloempjes. De splitvruchtjes zijn peervormig, grauwgroen van kleur en behaard. De hele plant heeft een frisse dropachtige geur en bloeit in juli en augustus. De stof in de plant die de geur afgeeft heet Anethol.
Gebruik:
Gebruik de vruchten. Meng de vruchten of maal ze tot poeder wanneer ze gedroogd zijn, door het voer. In gedroogde vorm mag je 40 gram per 100 kilogram lichaamsgewicht per dag geven. Gebruik niet langer dan twee weken achter elkaar.