Wanneer je je verdiept in Fytotherapie (kruidengeneeskunde) gaat er een wereld voor je open. De fytotherapie is gebaseerd op een schat aan kennis en ervaring die wortelt in een heel ver verleden. De mens begon planten te gebruiken door observatie van de dieren die zij om zich heen zagen, door gebruik te maken van het intuïtieve en instinctieve gedrag van deze dieren. Ook bij onze hedendaagse, gedomesticeerde paarden is het oerinstinct qua kennis van planten en struiken nog steeds aanwezig. De hedendaagse Fytotherapie kan helpen ter ondersteuning of ter genezing van kwalen bij paarden. Ook zien we tegenwoordig steeds meer dat paardeneigenaren een pluktuin aanleggen voor hun paarden. Wat kan je hier nou inzetten? Dit keer het Driekleurig viooltje.
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor inwendig gebruik van het Driekleurig viooltje zijn:
Ontgiftend kruid
- Bloedzuiverend
- Urinedrijvend
Huid
- Wond helend
- Verzachtend
- Ontsteking werend
Geschiedenis van de plant
Het driekleurig viooltje is als geneeskruid door Rembert Doedens (1554) voor het eerst beschreven. De soort werd gebruikt bij kinderziekten en bij kwalen van de luchtwegen. In Engeland werd het veel gebruikt bij hartkwalen, krampen in de borst en borstvliesontsteking. Vroeger werd de plant als geneesmiddel gebruikt omdat deze pijnstillend en slijmoplossend zou zijn. In fytotherapie wordt het driekleurig viooltje gebruikt tegen huidaandoeningen zoals dauwworm en eczeem.
Een oude legende vertelt het verhaal van het viooltje dat een verleidende en betoverende geur had. De mensen konden de geur niet weerstaan en moesten gewoon aan het viooltje ruiken. Hierbij vertrapten de mensen het graan en koren rondom het viooltje. Dit stemde het plantje verdrietig en het bad tot God om haar de verlokkende geur te ontnemen. Sindsdien heeft het viooltje geen geur meer...
In Shakespeares A Midsummer Night's Dream brouwt Oberon een liefdesdrank van het driekleurig viooltje.
Heinrich Witte (1829-1917), Nederlands botanicus en publicist, publiceerde in 1875 zijn novelle Het driekleurige viooltje, waarin hij verhaalt hoeveel plezier het vinden van de plant hem geeft tijdens een wandeling in de omgeving van Bennekom.
Eigenschappen
De plant is eenjarig (soms meerjarig), kan tot 30 cm hoog worden en wortelt tot 45 cm diep. De plant heeft een kantige stengel die zich meestal in rechte hoeken vertakt. De stengels dragen kleine, tegenover elkaar staande blaadjes die langgerekt tot ovaal met een gekartelde rand zijn, ook hebben ze steunblaadjes aan de basis van de stengel, die drie- tot achtlobbig maar soms veerspletig zijn. Deze steunblaadjes kunnen bijna zo groot zijn als het 'echte' blad. De eindstandige lob van het steunblaadje is het sterkst ontwikkeld.
De bloeitijd is van mei tot oktober. De bloemen zijn minstens 1 cm breed, maar meestal breder, gemiddeld 1,5 cm. De kelkslippen steken er niet buiten uit. De topslip van de steunblaadjes is verreweg de grootste slip. Bloemen zijn driekleurig. Meestal niet effen wit of paars (zie foto close-up). De twee rechtopstaande kroonbladen zijn meestal violet. De twee zijdelings naar achteren gebogen kroonbladen neigen wat meer naar blauw. Het onderste kroonblad is geel of wit gekleurd met een violet vlekje beneden, dat eindigt in een spoor dat met nectar is gevuld. Het driekleurig viooltje geurt licht. Het driekleurig viooltje wordt beschermd voor zelfbevruchting doordat een klepje bij het gaatje van de bolvormige stempel het binnenvallen van eigen stuifmeel voorkomt. Na het rijpen springen de eenhokkige vruchten met drie kleppen open. Bij het openspringen worden de zaden weggeslingerd. Ook heeft het zaad een mierenbroodje, waardoor het ook door mieren verspreid wordt.
Gebruik
Droog de bloemen en geef deze door het voer. In gedroogde vorm 40 gram per 100 kg lichaamsgewicht per dag. Gebruik niet langer dan twee weken achter elkaar.