De naam grasbrok zegt het al: het is een brokje van gras. Een goede grasbrok bestaat dan ook echt voor 100% uit geperst gras, zonder melasse. Grasbrok is in twee vormen te verkrijgen: pellets en cubes. Beiden worden ze bij elkaar geperst door middel van het toevoegen van een hoge temperatuur. Het verschil zit in de vezellengte. Ook kan er verschil zitten in de gehaltes van suiker en eiwit, door de diverse grassen die zijn gebruikt of manier van telen, groeien en maaien. Het is afhankelijk van je paard wat het beste past. Heb je een paard dat sneller dik wordt, neem dan een grasbrok met een laag suiker- en eiwitgehalte. Heb je een ouder of schraler paard, kijk dan voor een brok met wat meer eiwit.
Pellets hebben een vezellengte van hooi dat gekauwd is door het paard. Het is dus als het ware voorgekauwde voeding dat een perfecte hooivervanger is voor een ouder paard of paarden met tandproblemen. Het is echter geen volledige vervanging van hooi.
Cubes zijn groter van vorm en worden vaak gemengd met suiker of melasse om te kunnen persen. Daarnaast hebben ze langere vezels dan pellets. Deze zijn te kort om goed te kauwen, maar te lang om zo door te slikken. Deze kunnen langer in de darmen achter blijven, waardoor er een verstoring ontstaat van de darmflora.
Zowel pellets als cubes moeten geweekt worden, omdat paarden niet genoeg kauwen en je hierdoor kans hebt op slokdarmverstopping. Daarnaast wordt er door minder kauwen ook minder aan speeksel toegevoegd en het water zorgt er voor dat er een betere buffer in de maag is, wat weer beter helpt voor de vertering. Het verandert echter niets aan de zuurgraad, wat speeksel wel doet.
Bij droge pellets zal het paard ook een ander kauwpatroon aannemen. Hierdoor kan het paard blokkades krijgen ter hoogte van het temporomandibulair gewricht. Het temporomandibulair gewricht (TMJ) is waar de onderkaak verbindt met het temporale bot en is misschien wel het meest gecompliceerde gewricht van het paard is. Dit gewricht ligt het dichtstbij de hersenen en hersenstam. Het TMJ is complex door de vele aanhechtingen aan spieren, de zenuwen die er lopen en de connectie met de oren. Ook staat het gewricht weer in connectie met het lumbosacraal gewricht. Het lumbosacrale gewricht is het gewricht tussen de laatste lendenwervel en het heiligbeen. Het is van vitaal belang om het paard in staat te stellen het bekken te laten kantelen en normaal te laten galopperen. Door deze spanningen kan het paard dus moeite krijgen met verzamelen.
Een paard moet zeker 10-15kg hooi per dag krijgen. Als het paard niet goed kan kauwen, zul je moeten afwegen hoeveel hooi je paard werkelijk nog eet en dit aanvullen. Zelfs al kan je paard geen hooi meer eten, bied dit dan toch aan. Dit hebben ze namelijk nodig voor het kauwproces en het aanmaken van speeksel.