Wat is stro nu eigenlijk? Stro is een restproduct van de graanteelt. Wanneer graan geoogst wordt, blijven de stengels over. Dat is stro. Het stro wordt geperst in grote of kleine balen. In de paardenwereld kennen we vooral tarwestro als bodembedekking. Maar er zijn verschillende soorten granen en dus ook verschillende soorten stro. De meest bekende zijn: tarwestro, gerstestro, haverstro en roggestro. Van het in Europa geproduceerde stro bestaat 80% uit tarwe- en gerstestro. Gerstestro heeft een iets hogere voedingswaarde dan tarwestro, maar het neemt minder makkelijk vocht op.
Wat betreft voeding vinden paarden haverstro en gerstestro het lekkerst. Dit is ook wat minder grof van structuur en heeft wat minder harde stukjes. Tarwestro en roggestro zijn wat stugger en worden minder graag gegeten. Je kunt echter wel alle soorten aanbieden als ruwvoer en is ideaal voor paarden die overgewicht hebben omdat er nauwelijks voedingswaarde in zit. Weeg de hoeveelheid hooi af dat je paard minimaal nodig heeft en dat kun je aanvullen met stro. Je kunt volgens mijn dierenarts hooi en stro aanbieden in de verhouding 50/50, al vind ik zelf 70/30 hooi/stro veiliger wat betreft verstopping. Geef stro in ieder geval nooit meer dan het hooi of gras dat je aanbiedt. Vaak is 1 plak van een kleine baal per dag per paard al voldoende.
Geef je stro als bodembedekking, zal het paard dit zelf al innemen naar behoefte en hoef je dit niet apart aan te bieden. Staat je paard buiten of bijvoorbeeld op een paddock paradise, kun je 1 of meerdere netten vullen met stro. Je zult zien dat ze eerst de netten met hooi leeg eten en daarna aan het stro uit de stronetten gaan knabbelen. Het geeft buikvulling, zonder dat het daadwerkelijk energie en toename van gewicht geeft. Zo voorkom je problemen als maagzweren of een lege darm, maar ook een toename van gewicht met alle gevolgen van dien.
Hooi in slowfeeder met 4x4 maas
Verstoppingskoliek door stro komt vaak voor in het najaar, wanneer paarden van het gras naar de stal gaan. Het gras is sappig, vochtig en makkelijk te verteren. Daarnaast zijn de paarden op de wei de hele dag in beweging, in tegenstelling tot wanneer ze op stal staan. Op stal krijgen veel paarden beperkt ruwvoer en gaan om aan de kauwbehoefte te voldoen, eten van de bodembedekker. Daarnaast bewegen ze minder waardoor ook de darmbeweging minder geactiveerd wordt. Een en ander wordt versterkt als de paarden minder vocht opnemen door een beperkte verstrekking van water bijvoorbeeld door een krap afgestelde zelfdrinker of een andere kwaliteit van het drinkwater. Deze typische verstopping in de dikke darm kan eveneens ontstaan als de dieren niet ineens veel stro maar erg droog, slecht verteerbaar materiaal zoals graszaadhooi of vlas eten. De verstopping zal steeds verder indrogen en vaster komen te zitten doordat de dikke darmwand water blijft opnemen uit de darminhoud. En dan krijgt het paard verstoppingskoliek.
Een ander gevaar van het voeren van stro is de aanwezigheid van mycotoxinen of pesticiden. Met het blote oog kun je dit maar moeilijk waarnemen. Let er in ieder geval op dat het hooi fris geel van kleur is en fris ruikt. Het mag ook niet stoffig zijn, dit duidt op schimmels. Het beste is om te kiezen voor biologisch hooi.
Wil je stro als ruwvoer aanbieden is het belangrijk dat je je paard hier langzaam aan laat wennen en niet ineens meteen meerdere plakken stro aanbiedt. Begin met een kleine hoeveelheid per dag en voer dit langzaam op. Geef stro bij voorkeur in een net of slowfeeder. Zo voorkom je dat je paard grote happen in 1x naar binnen werkt en het geeft bezigheidstherapie. Neem wel een slowfeeder met een maas van minimaal 3x3 of zelfs groter. Stro is immers grover dan hooi en lastiger uit de netten te trekken.