Lijnzaad wordt om verschillende redenen en op verschillende manieren bijgevoerd aan paarden. Maar informatie die hierover verspreid wordt is niet bepaald eenduidig, waardoor er nog altijd veel onduidelijkheden zijn. Waarom zou je een paard lijnzaad voeren? Wat zit er allemaal in lijnzaad? Is het wel veilig om te voeren? Hoeveel kan je maximaal geven en in welke vorm kan het best gevoerd worden? Silke van De Hoef Hulp schreef hier een artikel over aan de hand van meer dan 100 wetenschappelijke publicaties. Op haar Facebook pagina vind je de volledige bronnenlijst.
Wat is lijnzaad?
Lijnzaad of vlaszaad is het zaad van de vlasplant. De planten bloeien blauw, wit of rood en maken kleine, platte zaadjes, die lichtgeel tot donkerbruin van kleur kunnen zijn. Lijnzaad wordt al zeer lang verbouwd voor olie en vezels: de teelt gaat terug tot 7000 V.C. De Latijnse naam luidt Linum usitatissimum: Linum komt van lin wat ''draad'' betekent en ''usitatissimum'' betekent ''zeer nuttig''. Het gewas is inderdaad multifunctioneel en wordt niet alleen voor humane voedseldoeleinden en diervoeders geteeld (zaad), maar de olie kent ook toepassingen in de bouw- en chemische industrie (verf, inkt, vernis, oliën voor hout- en metaalbehandeling, linoleum), en de vezels worden gebruikt voor de productie van draad, linnen, papier, theezakjes en stalstrooisels. Er zijn grofweg twee typen lijnzaad te onderscheiden. Het ene type maakt veel vertakkingen en bloemen: deze planten zijn toegespitst op de zaad- en olieproductie, ook wel 'linseed type' genoemd in het Engels. Het andere type is minder vertakt en maakt langere stengels: deze planten zijn meer gespecialiseerd voor de vezelproductie, ook wel 'flax type' genoemd. [41]
Linum usitatissimum
Inhoudsstoffen
Lijnzaad bevat 34-48% vet, 18-24% eiwit en 1% suiker en zetmeel. [9][10][41] Vet uit lijnzaad is voor zo'n 90% onverzadigd en bestaat voor ongeveer 50-60% uit het omega-3 vetzuur alfa-linoleenzuur, 20% oliezuur en 10% verzadigde vetzuren. [7][9][5] Lijnzaad bevat alle essentiële aminozuren voor een paard [8][41] en lijnzaadschroot (restproduct van de olieproductie) bevat tot wel 50% eiwit. [16] Andere inhoudsstoffen zijn o.a. vitamine E en A, diverse B vitamines, antioxidanten en vezels. [8][41][16] Lijnzaad bevat relatief weinig natrium en veel kalium, relatief weinig koper en zink maar een redelijke hoeveelheid magnesium. [16][42] De hoeveelheid en verhouding aan inhoudsstoffen in lijnzaad verschilt weliswaar wat binnen verschillende rassen, maar is meer afhankelijk van de kwaliteit van de grond waarop deze is verbouwd en het heersende klimaat. [83][16][39][77] In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt is er qua samenstelling geen significant verschil tussen geel en bruin lijnzaad. [45][102] Ook de hoeveelheid blauwzuur die vrij kan komen uit lijnzaad heeft niets te maken met zaadkleur, maar kan wel verschillen per ras. [103] Daarover later meer.
Geel vlaszaad
Bruin vlaszaad
Wat zijn de voordelen van het voeren van lijnzaad?
Extra energie
Grassen en kruiden, welke de hoofdbestanddelen vormen van een paardendieet, bevatten tot 10% van het drogestofgehalte aan vet. [71] Paarden zijn goed in staat vet te verteren en kunnen zelfs een dieet verdragen dat voor 30% van de totale hoeveelheid calorieën uit vet bestaat, zonder dat het ten koste gaat van de vertering. [70] Wel hebben paarden 2 tot 4 weken nodig om hun energiemetabolisme aan te kunnen passen aan een verhoogd aandeel vet om hier optimaal gebruik van te kunnen maken. [1] Omdat lijnzaad zo'n groot aandeel vet bevat, en vet een makkelijker verteerbare vorm van energie is dan vezels, is lijnzaad geschikt om bij te voeren aan (oudere) paarden die lastig op gewicht te houden zijn of paarden die een intensieve training ondergaan. Met lijnzaad kan je dus de energiedichtheid van het rantsoen verhogen.
Omega-3 en (chronische) ontsteking
Bij mensen zijn diverse gezondheidseffecten van het eten van lijnzaad aangetoond. Zo blijkt het ontstekingsremmend te werken, verlaagt het cholesterolgehaltes in het bloed en werkt het preventief tegen hart- en vaatziekten en diabetes. [8] Ook bij dieren is onderzoek gedaan naar effecten van lijnzaadsuppletie. Interesse gaat vooral uit naar de ontstekingsremmende werking van de omega-3 vetten die lijnzaad zo veel bevat. Het blijkt dat verschillende soorten dieren vergelijkbaar reageren op omega-3 suppletie, waardoor resultaten van andere diersoorten in principe ook betrekking hebben op paarden. [5]
Vetten of oliën bestaan onder andere uit verschillende soorten vetzuurmoleculen. Omega-3 en -6 vetzuren uit het dieet kunnen in celmembranen worden ingebouwd en vanuit daar hebben ze invloed op immuunreacties in het lichaam. [5] Eenmaal in het celmembraan zullen zij elk zorgen voor de productie van afgeleide stoffen die een regulerende rol spelen tijdens ontstekingsreacties. Maar er is een wezenlijk verschil: omega-6 vetten zorgen voor ontstekingsbevorderende stoffen welke voor de typische pijnlijke, rode zwelling en soms jeuk zorgen bij een ontsteking. Terwijl omega 3- vetten zorgen voor ontstekingsremmende stoffen. [30][34][43][91]
Er zijn 3 verschillende omega-3 vetzuren: alfa-linoleenzuur (ALA), eicosapentaeenzuur (EPA), en docosahexaeenzuur (DHA). ALA is de vorm die in lijnzaad zit en kan in het lichaam worden omgezet tot de biologisch actieve vormen: EPA en DHA. [5] Bij het paard is nog niet helemaal duidelijk waar, wanneer en in welke mate de conversie van ALA naar DHA en EPA plaatsvindt, maar bij andere dieren blijkt deze veelal in beperkte mate te verlopen. Daarom wordt soms aangeraden EPA en DHA direct te supplementeren, bijvoorbeeld uit visolie of algen, om sneller of sterker ontstekingsremmend effect te merken van omega-3 suppletie. [5][28] Toch leidt suppletie van ALA uit lijnzaad(olie) tot meetbaar verhoogde EPA en DHA waarden in het lichaam. [30] Zoals al eerder genoemd bestaat lijnzaad tot 48% uit vet waarvan 50-60% omega-3, en is hierdoor een uitzonderlijk rijke plantaardige bron van omega-3 vetten.
Omdat omega-3 en -6 vetzuren in het celmembraan dezelfde enzymen nodig hebben voor de synthese van de eerder genoemde ontstekingsremmende of - bevorderende stoffen, ontstaat er een competitie tussen de omega-3 en -6 vetzuren voor het gebruik van deze enzymen. [30] Verder is bij mensen bekend dat de omzetting van ALA naar EPA en DHA in het lichaam kan worden gelimiteerd als er veel omega-6 vetzuren aanwezig zijn, omdat de omzetting van omega-6 vetzuren gebruik maakt van dezelfde enzymen. [30] Daarnaast blijkt dat de omega-6/-3 ratio in het dieet van belang is bij het voorkomen en reduceren van (chronische) ontstekingsziekten zoals reuma. [78][34] Om deze redenen is niet slechts de absolute hoeveelheid omega-3 vetten in het dieet van invloed op ontstekingsreacties, maar vooral ook de verhouding tussen omega-3 en -6. [26] Omega 3:6 verhoudingen zijn ongeveer 4:1 voor lijnzaad en bijvoorbeeld 0:5 voor zonnebloemolie. [6][30][41]
Uit onderzoek blijkt dat het bijvoeren van lijnzaad(olie) inderdaad verschillende uitingen van (chronische) ontsteking remt bij paarden. [34][36][72][73][74][30] Bij paarden met artritis heeft omega-3 suppletie een ontstekingsremmende werking op gewrichten en kan de draf bij deze Weetje Lijnzaad bevat ook alle essentiële aminozuren die een mens nodig heeft! [41] paarden verruimen. [26][5][68][57] Bijvoeren van lijnzaad gedurende 42 dagen verminderde de overmatige ontstekingsrespons op muggenbeten bij paarden met staart- en maneneczeem en de resulterende jeuk- en schuurplekken. [43]
Huid, haar en hoeven
Wellicht het meest bekend is het zogezegde gunstige effect van lijnzaad op de gezondheid van huid en vacht, al is hiernaar niet veel onderzoek gedaan. Een gebrek aan essentiële vetzuren zoals de omega's wordt geassocieerd met een verminderde conditie van huid en haar bij verschillende soorten dieren. [22] Bij honden verbetert het voeren van lijnzaad de conditie van huid en vacht. [65] Bijvoeren van lijnzaad aan paarden heeft invloed op het vetzuurprofiel en wellicht kwantiteit van de aangemaakte talg, welke huid en haar beschermt tegen uitdroging en een gezonde huidflora ondersteunt. [43]
Voeren van lijnzaad blijkt ook effecten te hebben op hoefgerelateerde zaken. Het verandert bijvoorbeeld de vetsamenstelling van de periopel (vergelijkbaar met onze nagelriem), een soortgelijk effect als bij de huid wordt waargenomen. [22] Indirect heeft lijnzaad invloed op hoefgezondheid via de stofwisseling van het paard. Het gaat hier dan om paarden die in bepaalde mate insuline resistent zijn of problemen hebben met de glucosestofwisseling (denk aan equine metabool syndroom (EMS) of het syndroom van Cushing (PPID)) en mede hierdoor gevoelig zijn voor (laaggradige) hoefbevangenheid. Inname van meervoudig onverzadigde vetzuren zoals de omega vetzuren zorgen over het algemeen namelijk voor betere insuline gevoeligheid en helpen met afvallen bij overgewicht. [20][5] Bij de mens is aangetoond dat lijnzaad de glucosewaarden in het bloed na de maaltijd met 27% verlaagt en de gevoeligheid van cellen voor insuline verbetert, al is nog niet helemaal duidelijk welke stoffen in lijnzaad hiervoor verantwoordelijk zijn. [48] Bij paarden zijn ook aanwijzingen dat suppletie van omega-3 vetten, zowel van mariene afkomst als van lijnzaad, de insuline sensitiviteit verhoogt en insuline resistentie vermindert, al is meer onderzoek naar het werkingsmechanisme nodig. [37] Dergelijke effecten zijn interessant voor insuline resistente paarden en zouden kunnen helpen bij herstel, preventie en verlichting van symptomen bij hoefbevangenheid. [62][63] Het bijvoeren van omega-3 vetten voor een maand lang voorkwam dat paarden hoefbevangen werden door het eten van een rantsoen hoog in suikers dat bij andere paarden wél acute hoefbevangenheid veroorzaakte. Er werd gesuggereerd dat de ontstekingsremmende effecten van omega-3 vetten hierin ook een rol zouden kunnen spelen. [81][62]
Deze pony is hoefbevangen geweest
Aanvulling van vitamine E en omega-3 bij weinig of geen gras
Verse grassen en kruiden maken meestal een belangrijk deel uit van het dieet van een paard. Gras bevat 3-10% van de totale hoeveelheid droge stof aan vet, onder andere afhankelijk van groeistadium en soort gras. [56] Vet in gras bestaat voor het grootste gedeelte (meer dan 75%) uit omega 3- en - 6 vetzuren in een ratio van 3:1 tot 6:1. [38][91][52][11][40][54] Gras bevat meer vetzuren (ongeveer factor 1.5) in het voor- en najaar dan gedurende de zomer en ook relatief meer omega-3. Hoe ouder en stengeliger het gras wordt, hoe minder vet het bevat per massa droge stof. [38][52][90] Vetgehalte in gras van mei tot september. DM = dry matter, c18:3 = omega-3, c18:2 = omega-6, c16:0 = palmitinezuur (verzadigd vet) [56] Als gras gehooid wordt gaan er onverzadigde vetten verloren. Met name het gehalte aan omega-3 vetzuren gaat achteruit en kan al zo'n 17% gedaald zijn in vers hooi, afhankelijk van de droogcondities. Hoe vezeliger en ouder het hooi, hoe minder omega-3 het bevat. Hooi dat nat is geweest tijdens het hooien bevat ook beduidend minder omega-3. [38][52] Daarnaast gaat tijdens hooien erg veel vitamine E verloren. Vers, droog gewonnen hooi bevat nog slechts zo'n 30-40% van de hoeveelheid vitamine E die in het gras zat, ongeveer 30-100 IU vitamine E/kg hooi. Onder invloed van UV-licht en zuurstof wordt dit nog verder afgebroken tijdens opslag. [71][92][93] In de 12 weken na hooien kan de hoeveelheid vitamine E verder afnemen met 53- 73%. [93] Ingekuild gras of kunstmatig gedroogd hooi behouden meer vitamine E (55-80% voor kunstmatig gedroogd hooi en 91% voor graskuil). [71]
Niet ieder paard heeft het hele jaar door vers gras tot de beschikking en sommige paarden krijgen jaarrond enkel hooi gevoerd. Ter aanvulling van omega-3 vetzuren kan lijnzaad(olie) worden bijgevoerd. Lijnzaad is de enige plantaardige bron die de omega-3 en -6 vetzuren in gras in een vergelijkbare verhouding bevat. [91] Daarnaast kan lijnzaad(olie) een aanvullende hoeveelheid vitamine E aanbieden. Onder natuurlijke vitamine E verstaat men een verzameling van vetoplosbare stoffen, namelijk tocoferolen en tocotriënolen welke beide in vier vormen voorkomen: α-, β-, γ- en δvormen. α-tocoferol is de meest actieve vorm en is tevens een antioxidant. [93][9][41] Een onderzoek stelde de totale hoeveelheid vitamine E in lijnzaad op 14,6 mg (32 IU) vitamine E/100g zaad. [9] Lijnzaadolie bevat zo'n 56-79 mg (124-176 IU) per 100g olie volgens 2 verschillende onderzoeken. [9][42] Een dagelijkse onderhoudsbehoefte vitamine E voor een gemiddeld paard wordt geschat op 500 IU per dag. [105]
Maag- en darmgezondheid
Lijnzaad heeft een aantal gunstige eigenschappen voor het maag-darmkanaal van het paard. Lijnzaad bevordert de excretie van zand uit het verteringskanaal en wordt om die reden soms als zandkuur gegeven aan paarden die veel zand binnen hebben gekregen. Aangezien de uitspoeling relatief traag gaat zie je vooral effect als het op lange termijn gevoerd wordt. 1g gevoerd lijnzaad per kilogram lichaamsgewicht gedurende 11 weken verwijderde 77% van het zand aanwezig in de darmen van paarden met zandaccumulatie terwijl bij de controlegroep 56% was verwijderd. Ook was het totale darmoppervlak waar zich zand verzameld had kleiner dan bij de controlegroep. [86] De zandverwijdering berust vermoedelijk op de vorming van een slijmachtige substantie wanneer (gemalen) lijnzaad in contact komt met water. De huls van de zaden kan tot 13x zijn eigen gewicht aan water opnemen. [16] De gelei ontstaat doordat slijmstoffen uit de huls van de zaadjes oplossen in water. Zodoende ontstaat er een visceuze gel, ofwel direct in het maag-darmkanaal of vóór consumptie wanneer de zaden te week worden gezet of gekookt. [15][16][58][46]
Lijnzaad gel 100g zaad bevat 4.3-8.6 g wateroplosbare vezels welke voorgenoemde slijmstoffen omvatten. Daarnaast bevatten de zaden 12.8-17.1 g/100g zaad onoplosbare vezels, voornamelijk cellulose en lignine. [15][48][41] De vezels voeden de bacteriën die in de darmen leven van het paard. Met name de wateroplosbare vezels worden gemakkelijk gefermenteerd en dienen zo als prebioticum welke de darmflora ondersteunt. [106]
Er zijn verder aanwijzingen dat het voeren van lijnzaad zou helpen bij (preventie van) maagzweren. Bij ratten is aangetoond dat het voeren van het slijm uit de hulzen en lijnzaadolie een zowel helende als preventieve werking heeft op maagzweren. [88][89] Voeren van lijnzaad gedurende 12 weken (1g/kg lichaamsgewicht) verminderde echter niet het aantal of de ernst van maagzweren bij paarden die hier last van hadden, wellicht omdat bijvoorbeeld de invloed van voedermanagement en trainingsintensiteit de effecten van het lijnzaad overschaduwde. [87] Wel werd gesuggereerd dat de slijmstoffen een beschermende, en dus een preventieve werking zouden kunnen hebben bij paarden door het creëren van een beschermende laag op het slijmvlies van de maag, al zou er meer onderzoek gedaan moeten worden om dit te bevestigen.
Bron: Facebook Silke - De Hoef Hulp
(Noot van de redactie: de cijfers in de tekst verwijzen naar artikelen in de bronnenlijst van het originele artikel. Het artikel is te vinden in de bronlink op Facebook)