Wanneer je je verdiept in Fytotherapie (kruidengeneeskunde) gaat er een wereld voor je open. De fytotherapie is gebaseerd op een schat aan kennis en ervaring die wortelt in een heel ver verleden. De mens begon planten te gebruiken door observatie van de dieren die zij om zich heen zagen, door gebruik te maken van het intuïtieve en instinctieve gedrag van deze dieren. Ook bij onze hedendaagse, gedomesticeerde paarden is het oerinstinct qua kennis van planten en struiken nog steeds aanwezig. De hedendaagse Fytotherapie kan helpen ter ondersteuning of ter genezing van kwalen bij paarden. Ook zien we tegenwoordig steeds meer dat paardeneigenaren een pluktuin aanleggen voor hun paarden. Wat kan je hier nou inzetten? Dit keer de Goudsbloem.
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor inwendig gebruik van de Goudsbloem zijn:
Ontgiftend:
- Zuivert het bloed
- Gal vormend
- Gal drijvend
- Urinedrijvend
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor uitwendig gebruik van de Goudsbloem zijn:
Huid:
- Ontsmettend
- Anti-bacterieel
- Anti-viraal
- Schimmelwerend
- Gist werend
- Weert ontstekingen
- Heelt wonden
- Stelpt het bloeden
- Bevordert de aanmaak van nieuwe bloedvaten
- Verzachtend
- Stilt de jeuk
- Verwijdert overbodige hoornlaag
- Houdt de huid soepel
Ogen:
- Weert ontstekingen
- Ontsmettend
- Anti bacterieel
- Wond helend
- Stilt de jeuk
Geschiedenis van de plant
Bij de Grieken bestond een mythe over Klutia en Apollo. Toen de zonnegod Apollo de liefde van Klutia verzaakte voor de liefde van LeukothoÃ, vertelde Klutia dit uit jaloersheid aan de vader van het meisje. Als straf veranderde Apollo haar in een ‘zonnebloem’, die wij Goudsbloem noemen. Een andere mythe verhaalt over Caltha, een Grieks meisje dat verliefd was op Apollo. Caltha keek daarom steeds naar de zon, kwijnde daardoor weg en veranderde tenslotte in een Calendula. Goudsbloemen zouden volgens een andere mythe zijn ontstaan uit de tranen die Aphrodite plengde bij de dood van Adonis. Vanuit deze mythe werd de goudsbloem aanvankelijk een symbool voor dankbaarheid en liefdevolle herinneringen, en werd daarom vaak op grafmonumenten afgebeeld. Hierdoor werd het vervolgens een symbool van verdriet en rouw.
In Duitsland werden Goudsbloemen trouwens lange tijd vooral op kerkhoven aangeplant (cfr de Volksnamen ‘Totenblume’, ‘Doodsbloem’, ‘Groublüme’. In onze streken was de goudsbloem dan ook geassocieerd met de dood, en in de iconografie is de goudsbloem, naast een symbool van rijkdom, er ook een voor droefheid en bezorgdheid.
Al staat in de taal der bloemen de goudsbloem soms voor ‘een zonnige ziel’, vaker betekent ze pijn en verdriet, en, in combinatie met de cipres (=de dood) ook wanhoop. Wegens zijn gele kleur wordt de goudsbloem soms ook gebruikt om jaloezie te symboliseren. In het Oosten zou de combinatie van Papavers en Goudsbloemen betekenen: ‘Ik zal je smart verzachten’. Volgens het Duitse volksgeloof komt er regen als de bloemen na 7 u ’s ochtends nog dicht zijn. Het met zich meedragen van gedroogde goudsbloemblaadjes zou roddel doen verstommen…
In zijn ‘Flora Magica’ schreef Teirlink dat de goudsbloem niet mocht gebruikt worden als orakel indien het om de liefde ging. Goudsbloem zou de geliefden scheiden in plaats van bij elkaar te brengen. Goudsbloem zou ’s nachts helderziende dromen geven en zijn aanwezigheid levenskracht aan iedereen in huis. In India is de goudsbloem aanwezig bij vrijwel elk hindoeïstisch ritueel. Elk altaar, in de tempels of in de huizen, worden versierd met goudsbloemblaadjes, en vaak worden ook kransen gemaakt van goudsbloemen gebruikt.
Eigenschappen
De goudsbloem is een behaarde plant met een gedraaide, spoelvormige wortel en opgaande, vertakte stengels die 40-50 cm hoog worden. Het blad is langgerekt ovaal tot spatelvormig en de goudgele tot oranjerode bloemen bezitten vele fel getinte bloemblaadjes; ze bloeien van juni tot de eerste vorst. Er bestaan zowel ‘enkelbloemige’ als gevuld bloemige variëteiten. Anders dan bij bv rozen gaat het er hier niet om dat meeldraden of stamper(s) zijn omgevormd tot bloemblaadjes, doch wel dat buisbloempjes zijn omgevormd tot lintbloempjes. Zelden zijn alle buisbloemen tot lintbloemen omgevormd.
Gebruik
Droog de bloemen en meng deze door het voer heen, In gedroogde vorm 40 gram per 100 kg lichaamsgewicht per dag. Gebruik niet langer dan twee weken achter elkaar. Voor het gebruik uitwendig kunnen de verse bladeren en bloemen gebruikt worden. Stamp ze iets fijn en leg ze onder een verbandje op de wond. In gedroogde vorm kunnen ze verwerkt worden in een zalfje.