Je hebt je paard al jaren en ineens komt er een moment dat je denkt: goh, hij wordt wel wat ouder. Wanneer dat moment is, kan voor ieder paard verschillend zijn. Het ene paard is met 18 jaar al echt een senior, terwijl de ander pas met 24 jaar wat ouderdomsgebreken gaat vertonen. Een ding is wel zeker, een senior heeft wat voeding betreft iets meer aandacht nodig.
Goede voeding is voor ieder paard essentieel, maar voor een ouder paard luistert dit nog wat nauwer. Tegenwoordig zijn er veel meer oudere paarden, maar worden paarden ook ouder. Er zijn betere medicijnen om ‘ouderdomsziekten’, zoals PPID (cushing), te onderdrukken. Maar er is ook steeds betere voeding op de markt, waardoor oudere paarden beter op gewicht en in conditie te houden.
Bij een ouder paard kan het gebit problemen gaan geven. Vanaf dat een paard zijn tanden en kiezen gewisseld heeft, groeien de blijvende tanden en kiezen door en slijten door het kauwen. Aan de afslijting van de tanden kun je vaak ook de leeftijd van een paard inschatten. Oudere paarden kunnen gebitsproblemen gaan ontwikkelen, zoals het scheef afslijten van de kiezen en daardoor ontwikkelen van haken. Maar ook EORTH, diastasen of losse kiezen komen veel voor. Vaak worden tanden of kiezen getrokken om pijn te verlichten. Dit maakt dat er minder oppervlakte is om te kauwen en dit paard vaak van te grof ruwvoer proppen gaat maken. Je kunt er dan voor kiezen om een ouder paard meer op het gras te laten staan, fijner hooi te geven of zelfs te kiezen voor een gras-/ruwvoermix of geweekte grasbrok.
Wanneer je echter geen hooi meer bijvoert, betekent dit ook dat een paard minder kauwt. En we weten inmiddels dat kauwen belangrijk is voor de productie van speeksel. Speeksel neutraliseert het maagzuur. Weinig speeksel, betekent dus een zure maag en een verhoogde kans op maagzweren. Slikt een paard toch minder gekauwd ruwvoer door, is er een grotere kant op slokdarmverstopping. Blijft wel altijd fijn hooi aanbieden, ook al worden er proppen gemaakt. Zo stimuleer je het kauwen en de speekselproductie.
Ook de vertering in de dunne darm verloopt minder en stroomt er meer onverteerd voedsel door naar de blinde en dikke darm. Hierdoor is de afbraak van slechter gekauwd voedsel minder efficiënt en neemt het paard minder voedingsstoffen op. Ook wanneer je de voedingsstoffen in het rantsoen opneemt en voert, zal de opname verstoord zijn en neemt het paard dus niet alles op wat het nodig is. Hierdoor zal het paard er steeds slechter uit gaan zien, vermageren en slechter door de vacht komen. In de mest zie je onverteerde delen van het ruwvoer en ook koliek ligt op de loer door verstopping of overmatige gasproductie.
Stem het rantsoen af op de behoefte van je paard. Heeft je paard een gebitsprobleem? Geef dan gehakseld of geweekt ruwvoer zoals een gras- of ruwvoermix of een geweekte grasbrok. Ook luzerne- of esparcette pellets kunnen gevoerd worden, al dan niet geweekt. Wordt je paard mager? Zorg dan voor veel eiwitten en vetten in het voer zoals een eiwitrijke slobber, luzerne, esparcette of muesli en/of een product als Coolstance Copra met veel vetten. Er is ook kant en klare speciale voeding voor senioren op de markt. Let hierbij wel op dat je niet teveel suiker en zetmeel voert, dit komt het toch al kwetsbare verteringssysteem niet ten goede. Geef ook altijd voldoende vitamines en mineralen bij in de vorm van een balancer. Bied daarnaast ook nog altijd fijn hooi aan voor de aanmaak van speeksel, zodat het voedsel beter verteerd kan worden.